DPI verwijst naar Dots Per Inch bij het afdrukken. Hoe meer punten u per vierkante inch materiaal kunt invoeren, hoe beter de afdrukkwaliteit die u visueel zult zien. PPI verwijst naar Pixels Per Inch en wordt vaker gebruikt op computers, maar verwijst nog steeds naar de kwaliteit van een afbeelding per fysieke inch. DPI en PPI worden ook vaak resolutie genoemd.

Afbeeldingen die pixels of stippen gebruiken, zoals deze, worden rasterafbeeldingen genoemd. Elke kleine pixel krijgt een kleur toegewezen en alle pixels samen vormen een hele afbeelding. De meest voorkomende rasterafbeeldingen zijn via digitale camera’s, scanners en monitoren.

Omdat de resolutie direct gerelateerd is aan de fysieke grootte van de afbeelding, als u een afbeelding neemt van 1 “x 1” bij 300 dots per inch en u uw afbeelding opschaalt naar 2 “x 2”, worden uw punten in die inch slechts werd verspreid over 2 inch, dus 300dpi wordt 150dpi.

Raster versus vector
Een manier waarop ontwerpers vastzitten aan één formaat, is door te ontwerpen in vectorkunstprogramma’s (meestal Adobe Illustrator en Corel Draw).